De olieverven en vooral de gouaches die na de serie fabrieken komen zijn een vitale voortzetting van zijn landschappelijk schilderen. Er is geen sprake meer van afbeelding maar het is beter om van uitbeelding te spreken. Soms zijn er nog wel horizonnen, die voor een zekere tweedeling in de gouache zorgen, maar die horizon kan ook rustig op z’n kant staan en met wat meer fantasie voor de lucht doorgaan. Of helemaal geen horizon meer alsof het land zich over het gehele vel papier heeft ontfermd. Deze gouaches laten zich met de blik omcirkelen, zoals je ook als je een vogel bent en naar beneden kijkt, het land onder je hetzelfde ziet blijven en toch veranderen. Je buigt je erover heen en ziet af van elk perspectief.

Nieuwenhuysen heeft de losheid en vrije verbeelding van zijn tekeningetjes die hij eens exposeerde onder het motto ‘de pen op vakantie’, gecombineerd met de weerbarstige, architectonische olieverf-beelden. Zijn voorstellingswijze staat nu onafhankelijk van een zichtbare werkelijkheid en ontstaat geheel op eigen kracht. De rechte lijnen of hoeken mogen dan hun oorsprong vinden in de Haarlemmermeer, het wezenlijke effect van deze werken worden nu bepaald door de verf die is aangebracht door een sensibele, artistieke hand en die is beoordeeld door een oog dat van mooi houdt. Het landschap hoeft niet meer herinnerd te worden. Er wordt een passende omgeving gezocht, al schilderend om het gevoel in op te bergen.

Vrij naar: Van de Haarlemmermeer af. Gouaches van Bob Nieuwenhuysen; T.van Deel,  nummer 6 Maatstaf, 1987